Translation of "Overkant" in German

0.004 sec.

Examples of using "Overkant" in a sentence and their german translations:

Ga naar de overkant!

Entern!

Tom woont aan de overkant.

Tom wohnt gegenüber.

Ik kom nooit aan de overkant.

Das schaffe ich nie.

De grazige weiden bevinden zich aan de overkant.

Die guten Weideflächen sind auf der anderen Seite.

Ze wonen aan de overkant van de rivier.

- Sie leben auf der anderen Seite des Flusses.
- Sie wohnen auf der anderen Seite des Flusses.

Het is aan de overkant van de straat.

Es ist auf der anderen Straßenseite.

De bushalte is aan de overkant van de straat.

Die Bushaltestelle ist auf der anderen Straßenseite.

Nancy groette mij aan de overkant met een knik.

Nancy grüßte mich über die Straße mit einem Nicken.

De winkel is aan de overkant van de straat.

Der Laden ist auf der anderen Straßenseite.

Zijn huis is aan de overkant van de straat.

Sein Haus steht auf der anderen Straßenseite.

Ze positioneert zich voorzichtig aan de overkant van de kudde.

Sie bezieht vorsichtig auf der anderen Seite der Herde Stellung.

De kerk is juist aan de overkant van de straat.

Die Kirche ist gleich auf der anderen Seite de Straße.

Ik wil hier niet blijven hangen. Ik wil naar de overkant.

Okay, ich will nicht herumhängen, ich muss auf die andere Seite.

We zagen hoe Jane door de rivier naar de overkant zwom.

Wir sahen Jane über den Fluss schwimmen.

„Zal ik je naar de overkant dragen?” - „Dat zou heel vriendelijk zijn van jou!”

„Soll ich dich hinübertragen?“ – „Das wäre sehr nett von dir!“

Als dit in orde is, laat ons dan tot aan de oever aan de overkant zwemmen!

Wenn es in Ordnung ist, dann lass uns bis ans andere Ufer schwimmen!

Het enige restaurant dat Tom echt leuk vindt is dat aan de overkant van de straat.

Das einzige Restaurant, das Tom wirklich mag, ist das auf der anderen Straßenseite.

Een boodschappentas zeilde met de wind naar de overkant, en verstopte zich onder een geparkeerde auto.

Eine Einkaufstüte segelte, vom Wind getragen, über die Straße und verkroch sich unter einem parkenden Auto.

- Hij stak de straat over bij roodlicht.
- Hij liep bij roodlicht naar de overkant.
- Hij is de weg bij roodlicht overgestoken.

Er ist bei Rotlicht über die Straße gegangen.

Het is onmenselijk hoe de Duitsers hun werkwoorden in stukken snijden. Een werkwoord heeft het in deze wereld al moeilijk genoeg om in één stuk te blijven. Het is ronduit barbaars om het te splitsen. Maar dat is precies wat die Duitsers doen. Ze nemen een deel van een werkwoord en leggen het hier neer, als een staak, nemen vervolgens het andere deel van het werkwoord en leggen het, als een andere staak, ginder aan de overkant en tussen die twee limieten scheppen ze nog maar een hoop Duits.

Die Deutschen haben eine unmenschliche Art und Weise, ihre Verben zu zerschneiden. Ein Verb hat es nun ohnehin schon hart genug auf dieser Welt, wenn es vollständig ist. Es ist schlichtweg unmenschlich es zu zerteilen. Aber genau das ist es, was die Deutschen tun. Sie nehmen einen Teil eines Verbs und setzen ihn hier hin, wie einen Wetteinsatz, und nehmen dann den anderen Teil und setzen ihn da drüben hin, wie einen anderen Einsatz, und zwischen diese beiden Grenzen schaufeln sie einfach Deutsch.