Translation of "Haatte" in English

Hij haatte liegen.

- He abhorred lying.
- He hated lying.

Ze haatte hem.

She hated him.

Ze haatte vleermuizen.

She hated bats.

Ik haatte Boston.

- I used to hate Boston.
- I hated Boston.

Tom haatte Maria.

Tom hated Mary.

Tom haatte Australië.

Tom hated Australia.

Ik haatte Australië.

I hated Australia.

Ze haatte haar echtgenoot.

She hated her husband.

Niemand haatte mijn land.

Nobody hated my country.

Mijn stiefvader haatte me.

My stepfather hated me.

Mijn gymleraar haatte me.

My gym teacher hated me.

Zij haatte haar wiskundeleraar.

She hated her math teacher.

Mijn wiskundeleraar haatte mij.

My math teacher hated me.

Sami haatte gay mensen.

Sami hated gay people.

Hitler haatte de joden.

Hitler hated the Jews.

James Madison haatte het idee.

James Madison hated the idea.

Sami haatte Layla haar chihuahua.

Sami hated Layla's chihuahua.

Je zei dat je Tom haatte.

You said that you hated Tom.

Vroeger haatte ik het leven in Boston.

I used to hate living in Boston.

Ik wist niet dat Tom me haatte.

- I didn't know that Tom hated me.
- I didn't know Tom hated me.

Tom vertelde me dat hij Kerstmis haatte.

- Tom told me that he hated Christmas.
- Tom told me he hated Christmas.

Tom haatte zijn leven lang honden en katten.

Tom hated dogs and cats for his entire life.

Maar - sorry, papa - als kind haatte ik hem hiervoor.

But, sorry, Dad, as a kid I resented him for it,

- Hij hield niet van school.
- Hij haatte de school.

He hated school.

- Tom had een hekel aan vleermuizen.
- Tom haatte vleermuizen.

Tom hated bats.

- Sami had geen hekel aan moslims.
- Sami haatte geen moslims.

Sami didn't hate Muslims.

- Hij verachtte mensen van zijn eigen soort.
- Hij haatte mensen van zijn eigen soort.

He hated his own kind.