Translation of "يطير" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "يطير" in a sentence and their dutch translations:

يطير الطير.

De vogel vliegt.

فالطيرُ لن يطير."

zal de vogel niet vliegen."

أو نسر يطير بحرية في قاعة المحاضرات،

een adelaar los door de aula vloog,

وفي تلك اللحظة يأتي سهم يطير من العدم ويضربه.

En op dat moment komt er een pijl uit het niets vliegen en raakt hem.

- لا يمكن للنعام أن يطير.
- النعام لا يمكنه الطيران.

Struisvogels kunnen niet vliegen.

يُسمح له بالانضمام إلى ملكه ، وفي تلك اللحظة ، يأتي سهم يطير من العدم ويضربه

bij zijn koning heeft mogen voegen, en op dat moment komt er een pijl uit het niets vliegen en raakt