Examples of using "Limon" in a sentence and their dutch translations:
De citroen is geel.
Gebruik citroensap in plaats van azijn.
Voeg wat citroensmaak aan de thee toe.
Citroenen en limoenen zijn zure vruchten.
Tom heeft een citroenboom in zijn achtertuin.
Citroenen groeien aan citroenbomen en sinaasappels aan sinaasappelbomen.
Ze exporteren veel fruit, zoals sinaasappels, grapefruits en citroenen.