Examples of using "Kimi" in a sentence and their dutch translations:
Wie zal ik kiezen?
Op wie wacht je?
Wie heb je gezien?
Wie bescherm je?
Wie zal ik meenemen?
Wie neem je mee naar het toneelstuk?
- Wie beschermde je?
- Wie beschermde u?
- Wie beschermden jullie?
Op wie was Tom aan het wachten?
Ken je iemand in deze stad?
wie demoniseer jij?
Wie anders ken je nog meer in Boston?
Je mag meebrengen wie je maar wil.
Van wie hou je veel?
Raad eens wie ik vandaag zag.
Wie wil je nog uitnodigen voor het feest?
Enkele mensen hebben zeldzame dieren als huisdier.