Examples of using "Kedim" in a sentence and their dutch translations:
Mijn kat is nat.
- Ik heb een kat.
- Ik heb een poes.
Ik heb dertien katten.
Ik heb vijf katten.
Het is mijn kat.
Mijn kat blaft.
De kat zit vast in de boom.
Mijn kat is gelukkig.
Mijn kat slaapt op mijn bed.
Ik heb drie katten.
Ik heb twee katten.
Mijn kat houdt van melk.
Mijn kat wordt niet graag nat.
Mijn kat heeft honger.
Ik heb dertien katten.
- Mijn kater is wit.
- Mijn kat is wit.
Mijn kat slaapt met mij.
Ik heb dertien katten.
Mijn kat kwam onder de tafel vandaan.
Ik zou graag een kat hebben.
Ik heb een witte kat.
Ik heb geen kat.
Mijn kat volgt me.
Ik had een kat.
Mijn kat heeft een eekhoorn gedood.
Mijn kat wil een struisvogel eten.
Mijn kat miauwt de hele tijd.
Mijn kat ziet er een beetje uit als een koekje.
Ik heb geen katten.
- Mijn kat heeft die muis gedood.
- Mijn kat heeft deze muis gedood.
Mijn kat spint als ik achter zijn oren krab.
Ik heb een hond en een kat.
Dat is mijn kat.
Ik heb een hond en twee katten.
Mijn vader staat me niet toe om een kat te hebben.
Ik ben een veganist, maar mijn kat niet.
Ik heb een kat en een hond.
Ik heb een kat en een hond. De kat is zwart en de hond is wit.