Examples of using "Katta" in a sentence and their dutch translations:
- Ik woon gelijkvloers.
- Ik woon op het gelijkvloers.
De wc is boven.
Op welke verdieping woont ge?
Wij wonen op de zesde verdieping.
Tom is boven.
Ik woon gelijkvloers.
Het is boven.
- Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
- Mijn kantoor is op de vijfde verdieping.
Tom is beneden.
De toiletten zijn op de benedenverdieping.
Ik woon op de vijfde verdieping.
De badkamer is boven.
Op welke verdieping woont ge?
Tom is op de derde verdieping.
De keuken is beneden.
De keuken bevindt zich op de begane grond.
- De keuken bevindt zich op de eerste verdieping.
- De keuken bevindt zich op de tweede verdieping.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
Ze wonen beneden.
- Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
- Mijn kantoor is op de vijfde verdieping.
Ik woon gelijkvloers.
- Ik woon gelijkvloers.
- Ik woon op het gelijkvloers.
Mijn kamer is op de vierde verdieping.
- De herentoiletten bevinden zich op de tweede verdieping.
- De herentoiletten bevinden zich op de eerste verdieping.
Waarom is Tom beneden?
Jij hoort beneden te zijn.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
In mijn nieuwe huis is de woonkamer op de begane grond en de slaapkamer op de eerste verdieping.
Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.
Tom is beneden, nietwaar?
We zijn beneden als je ons nodig hebt.
- Ik ben boven als je me nodig hebt.
- Ik ben boven als jullie me nodig hebben.
- Ik ben boven als u me nodig hebt.
Het restaurant bevindt zich op de benedenverdieping.
Deze lift stopt niet op de eerste en tweede verdieping.