Examples of using "Baba'ya" in a sentence and their dutch translations:
Ik geloof niet in de Kerstman.
Hij gelooft in de Kerstman.
Toen ik klein was, geloofde ik in de kerstman.
Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
- Geloof je in de kerstman?
- Gelooft u in de kerstman?
- Geloven jullie in de kerstman?
Het meisje gelooft nog steeds in de kerstman.
Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.
Mijn zoon gelooft nog steeds in de kerstman.
Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
Tom gelooft nog steeds in de kerstman.
Hoe oud was je toen je stopte met geloven in de Kerstman?
Tom schreef een brief aan de Kerstman.
- Geloofde u in de Kerstman toen u een kind was?
- Geloofde jij in de Kerstman toen je een kind was?