Examples of using "Atlar" in a sentence and their dutch translations:
Paarden zijn dieren.
Paarden rennen.
Paarden eten gras.
De kat springt van de tafel af.
Hooi is voor paarden.
Paarden rennen snel.
Paarden verschillen van ezels.
Deze paarden zijn van hen.
- Deze paarden zijn van jou.
- Deze paarden zijn van jullie.
Paarden zijn gevaarlijke dieren.
Paarden verschillen van ezels.
Paarden zijn zeer gevoelige dieren.
Niet alle dieren eten hooi.
Hij houdt van alle dieren, behalve paarden.
Tom gokt op paarden.
Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.
Een oude vijver. Een kikker springt erin. Het geluid van water.