1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Tiré

Translation of "Tiré" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Tiré" in a sentence and their dutch translations:

Tiré los zapatos por la ventana.

Ik gooide de schoenen uit het raam.

- Lo dejé.
- Me rendí.
- Tiré la toalla.
- Cedí.

Ik gaf op.

Me quité los zapatos y los tiré por la ventana.

Ik deed mijn schoenen uit en gooide ze uit het raam.