Examples of using "Romanos" in a sentence and their dutch translations:
De Romeinen spraken Latijn.
De brug is gebouwd door de Romeinen.
Veel jonge Romeinen gingen naar Griekenland.
De Romeinen bouwden een vloot van driehonderd schepen.
De meeste Roma zijn geen nomaden.
Als u in Rome bent, doe dan zoals de Romeinen doen.