Examples of using "Gemelos" in a sentence and their dutch translations:
We zijn tweelingen.
Wij zijn een tweeling.
Zijn jullie tweeling?
Ze had een tweeling.
Ze hebben een tweeling.
De tweeling hielp.
De tweeling zong.
Tweelingen zijn klonen.
Kan je de tweelingen uit elkaar houden?
Tom en John zijn een identieke tweeling.
Tom kon de tweeling niet uit elkaar houden.
Soms zijn tweelingen moeilijk van elkaar te onderscheiden.
De tweeling is zo gelijkend dat het bijna onmogelijk is de ene van de andere te onderscheiden.
De tweeling ziet er precies hetzelfde uit.
De tweeling is zo gelijkend dat het bijna onmogelijk is de ene van de andere te onderscheiden.