Examples of using "Gallo" in a sentence and their dutch translations:
De haan kraait.
De haan kraait bij dageraad.
Iedere morgen kraait de haan.
Probeer een hond, een kat of een haan te krijgen.
De koe loeit, de haan kraait, het varken knort, de eend kwaakt en de kat miauwt.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".