Examples of using "Corriendo" in a sentence and their dutch translations:
- Blijf rennen.
- Blijf lopen.
Zij rent.
- Ik ren.
- Ik loop.
- Ik ben aan het lopen.
- Ze zijn nu aan het rennen.
- Ze zijn nu aan het hardlopen.
Hij rent.
- Tom loopt.
- Tom rent.
Ze loopt niet.
Waarom rennen we?
- Waarom ren je?
- Waarom rent u?
- Waarom rennen jullie?
Ze renden Tom voorbij.
- Ik wou weglopen.
- Ik wilde wegrennen.
Een hond rende.
- Die jongen rent.
- Die jongen is aan het rennen.
- Zodra hij mij zag, liep hij weg.
- Hij rende weg zodra hij mij zag.
Hij rende het klaslokaal in.
Hij rent.
Ze kwamen allemaal binnenlopen.
- Ik heb me naar huis gehaast.
- Ik haastte me naar huis.
of tijd doorgebracht met andere honden.
Ik heb hem zien rennen.
John liep de kamer in.
De kinderen renden de heuvel af.
De hond ging op de postbode af.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
- Er kwamen twee jongens uit de kamer gerend.
- Er kwamen twee jongens de kamer uitgerend.
Zodra hij mij zag, liep hij weg.
Tom voelde de drang om weg te lopen.
De dief rende weg.
Tom kwam aangerend met een brief van Judy.
Mijn broer rende uit de kamer zonder iets te zeggen.
Ik zag een zwarte kat het huis binnenrennen.
- De jongen liep weg zonder om te kijken.
- De jongen rende weg zonder om te kijken.
De dief rende weg in de richting van het station.
of was je ooit op een strand als dit,
Ik belde mijn man, die zich naar mij toe haastte,
Ik zag de hond van mijn buurman in de tuin lopen.
- Ik rende naar huis.
- Ik ben naar huis gerend.
Hij rent erg snel.
- De hond zat achter de kat aan.
- De hond rende achter de kat aan.
Er loopt een konijn in de tuin.
Het ongelukkige kind liep weg en verstopte zich in het dichtstbijzijnde bos.
Tom vroeg zich af hoeveel minuten het hem zou duren om naar de bushalte te rennen.
Hij vluchtte met het geld.
De jongen liep weg zonder om te kijken.
Ik ben erin geslaagd de trein van acht uur te halen door de hele weg tot het station te rennen.
Zag je de hond niet door de tuin lopen?