Examples of using "¡corre" in a sentence and their dutch translations:
Zij rent.
- Ren!
- Weglopen!
- Ren weg!
- Jij rent.
- U rent.
- Jullie rennen.
- Een hond rent.
- Een hond loopt.
Zij rent.
Hij rent.
- Hij loopt snel.
- Hij rent snel.
- Hij loopt hard.
- Hij is een snelle loper.
Hij rent erg snel.
Lynn rent snel.
Hoe snel ze loopt!
Hij rent niet.
Er is geen haast.
Ren sneller!
Hoe snel loopt hij?
Deze hond rent snel.
Mijn hond is snel.
De auto loopt snel.
- Ren!
- Weglopen!
- Ren weg!
- Vlucht.
Hij rent erg snel.
Deze hond loopt heel snel.
Hij rent.
Ze rent sneller dan ik.
Bloed stroomt door bloedvaten.
Hij loopt net zo snel als jij.
Kumiko rent zo snel als Tom.
Ren zo snel als je kan.
- Wie loopt het snelst, Jumi of Keiko?
- Wie rent er sneller, Yumi of Keiko?
- Haast je naar huis.
- Kom snel naar huis.
Tom loopt niet zo snel als Bill.
Je ademhaling gaat sneller wanneer je rent.
Wie rent het snelst, Ken of Tony?
Een rivier stroomt door het dal.
Mijn broer loopt even snel als ik.
Een hond loopt sneller dan een mens.
De rivier stroomt parallel aan de hoofdstraat.
Zijn leven is in gevaar.
Loop zo snel mogelijk.
Niemand van de klas loopt even snel als hij.
De trein is vandaag tien minuten te laat.
Je kunt salmonella krijgen... ...en dat is niet best.
Ren zo snel als je kan.
Er loopt een konijn in de tuin.
Onthou dat je vrouwen en taxi's niet achterna loopt, even later komen er nog.
Er loopt een konijn in de tuin.
Als de dag ten einde loopt... ...snelt de duisternis over de planeet...
Een hond achtervolgt een kat, en de kat achtervolgt een muis.
Mijn vader gaat elke ochtend joggen.
Een hond loopt sneller dan een mens.
Zeg je dat mijn leven in gevaar is?