Examples of using "центр" in a sentence and their dutch translations:
Waar is het stadscentrum?
Is er hier ergens een winkelcentrum?
Het winkelcentrum is open.
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
Het winkelcentrum wordt gesloopt.
- Tom is naar de stad gegaan.
- Tom ging naar de stad.
- Tom ging naar het centrum.
- Tom is naar het centrum gegaan.
Het stadscentrum is het hart van de stad.
Waar is het winkelcentrum?
Is er hier ergens een winkelcentrum?
De hoofdweg. Richting het centrum.
En dit is het nieuwe sportcentrum,
Ik ga naar het stadscentrum.
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
- Welke trein gaat naar het centrum?
- Welke trein gaat naar het stadscentrum?
De bus zal u naar het stadscentrum brengen.
Om hoe laat is het winkelcentrum open?
Een gemeenschapshuis wordt gebouwd voor 10 dagen.
Op een bepaalde manier is Parijs het middelpunt van de wereld.
Het wordt gemaakt uit papier-maché en gips.
's Werelds grootste zoogdier loopt zo door het centrum.
Gdansk is de grootste Poolse zeehaven en een belangrijk cultureel centrum.
- God is een oneindige bol, waarvan het midden overal is, en de rand nergens.
- God is een oneindige bol, waarvan het middelpunt overal is, en de omtrek nergens.
Mijn strijd is om het oog van de storm te vinden zo goed als ik kan.
Vlak voor ze in winterslaap gaan, gaan deze zwarte beren de stad in.