Examples of using "сыр" in a sentence and their dutch translations:
Kaas is niet licht verteerbaar.
Ik hou van kaas.
Tom houdt van kaas.
Ik heb de kaas opgegeten.
Ik eet kaas.
Ik hou van kaas.
Waar is de kaas?
Kaas wordt gemaakt van melk.
Tom houdt van Emmentaler.
- Iedereen, zeg kaas.
- Iedereen, zeg "cheese".
- Iedereen, lach naar het vogeltje.
Ik eet kaas.
Tom houdt van kaas.
Ze brengt de kaas.
Ik hou niet zo van kaas.
Tom houdt niet van kaas.
Ik hou niet van kaas.
Het is makkelijk om kaas te snijden met een mes.
Hou je van blauwe kaas?
Kaas wordt gemaakt van melk.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
Deze kaas is gemaakt van geitenmelk.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Leven als God in Frankrijk.
De verkoper weegt de kaas op een koperen schaal.
Ik hou van Noorse geitenkaas.
Ik heb liever belegen kaas.
Hoe zeg je "kaas" in het Duits?
Hoe zeg je "kaas" in het Duits?
Ga je me tonen hoe je kaas maakt?
Hij heeft boter en kaas.
- Lach naar het vogeltje.
- Zeg kaas.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
- Hebt ge brood, worst en kaas nodig?
- Heb je brood, worstjes en kaas nodig?
- Maria kocht boter, brood en kaas.
- Maria heeft boter, brood en kaas gekocht.
In veel landen is kaas onderdeel van de dagelijkse voeding.
Uit melk maken we kaas en boter.
Dit ruikt naar kaas.
Kaas en boter zijn melkproducten.
Ze zwemt in het geld.