Translation of "сыном" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "сыном" in a sentence and their dutch translations:

- Том играет с сыном.
- Том играет со своим сыном.

- Tom speelt met zijn zoon.
- Tom is met zijn zoon aan het spelen.

Он гордится своим сыном.

Hij is trots op zijn zoon.

Она гордится своим сыном.

Ze is trots op haar zoon.

Я горжусь своим сыном.

Ik ben trots op mijn zoon.

Тутанхамон был сыном Эхнатона.

Toetankhamon was de zoon van Achnaton.

Что случилось с её сыном?

Wat is er van haar zoon geworden?

Я очень горжусь своим сыном.

- Ik ben zeer trots op mijn zoon.
- Ik ben heel trots op mijn zoon.

Гор был сыном Исиды и Осириса.

Horus was de zoon van Isis en Osiris.

Мы с Томом гордимся нашим сыном.

Tom en ik zijn trots op onze zoon.

Отец с сыном целый год не виделись.

De vader en de zoon hebben elkaar een heel jaar niet gezien.

Том играет со своим сыном на улице.

Tom is buiten aan het spelen met zijn zoon.

- Я знаю твоего сына.
- Я знаю вашего сына.
- Я знаком с твоим сыном.
- Я знаком с вашим сыном.

Ik ken je zoon.

Моя жена на шестом месяце беременности нашим первым сыном.

Mijn vrouw is zes maanden zwanger van onze eerste zoon.

В его собственной саге говорится, что он был сыном шведского короля и убил дракона ...

Zijn eigen verhaal zegt dat hij de zoon was van een Zweedse koning en een draak versloeg ...