Translation of "ссорятся" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "ссорятся" in a sentence and their dutch translations:

Они ссорятся.

Ze zijn aan het bekvechten.

Они всегда ссорятся.

Ze maken altijd ruzie.

Они довольно часто ссорятся.

- Ze maken nogal vaak ruzie.
- Ze vliegen mekaar nogal vaak in de haren.

Почему они постоянно ссорятся?

Waarom maken ze altijd ruzie?

Сёстры часто ссорятся без причины.

Die zussen maken vaak ruzie zonder reden.

- Том и Мэри постоянно воюют.
- Том c Мэри постоянно ссорятся.

Tom en Maria vechten voortdurend.