Examples of using "разочарован" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben ontgoocheld in u.
Tom is teleurgesteld.
- Tom was gedesillusioneerd.
- Tom was ontgoocheld.
Hij was teleurgesteld.
- Het zal Tom tegenvallen.
- Tom zal teleurgesteld zijn.
Ik ben teleurgesteld in je.
Ik ben teleurgesteld.
Hij was niet teleurgesteld.
Tom is teleurgesteld.
Tom is niet teleurgesteld geweest.
- Ik ben ontgoocheld in u.
- Ik ben teleurgesteld in je.
- Het zal Tom niet tegenvallen.
- Tom zal niet teleurgesteld zijn.
Ik ben verrast en teleurgesteld.
Ik was teleurgesteld.
- Ben je teleurgesteld?
- Bent u teleurgesteld?
- Zijn jullie teleurgesteld?
Ik ben teleurgesteld dat mijn vrienden hier niet zijn.
Ik ben ontgoocheld dat hij hier niet is.
- Ik was teleurgesteld in hem.
- Dat viel me tegen van hem.
- U zult niet teleurgesteld zijn.
- Je zult niet teleurgesteld zijn.
- Jullie zullen niet teleurgesteld zijn.
Nee, ik ben niet kwaad op je, ik ben gewoon teleurgesteld.