Examples of using "помощь" in a sentence and their dutch translations:
Haal hulp.
- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Heeft u hulp nodig?
- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Ze heeft hulp nodig.
- Hij heeft hulp nodig.
Ik heb hulp nodig.
- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Je hebt hulp nodig.
- U heeft hulp nodig.
- Jullie hebben hulp nodig.
Roep voor hulp.
Hulp komt eraan.
Iedereen heeft hulp nodig.
Zij hebben hulp nodig.
We hebben hulp nodig hier.
Help!
Ga voor hulp.
Kunnen we helpen?
Hulp komt eraan.
We hadden hulp nodig.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
Zij hadden hulp nodig.
- Bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
- Bedankt voor jullie hulp.
Ik had hulp nodig.
- Wij hebben uw hulp nodig.
- We hebben jouw hulp nodig.
- We hebben jullie hulp nodig.
- Hebben jullie geen hulp nodig?
- Hebt u geen hulp nodig?
We hebben jullie hulp nodig.
Heb je onze hulp nodig?
Je hebt gewoon hulp nodig.
Ik zal je hulp nodig hebben.
- Het land heeft uw hulp nodig.
- Het land heeft jullie hulp nodig.
- Het land heeft jouw hulp nodig.
Wij hebben zijn hulp nodig.
Ik heb zijn hulp nodig.
Bedankt voor jullie hulp.
- Hebben we haar hulp nodig?
- Hebben we hun hulp nodig?
Je hebt onze hulp nodig.
Ze heeft onze hulp nodig.
Zij hadden hulp nodig.
Ik schakel hulp in.
- Snel, help me!
- Schiet op, help me!
- Snel, help.
Je hebt hulp nodig.
Wij hebben hulp nodig.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
Ze heeft hulp nodig.
Hij heeft hulp nodig.
Heeft Tom hulp nodig?
Hulp! Ik verdrink!
Zij hebben hulp nodig.
Help!
Help!
Ik heb hulp nodig.
Alle hulp is tevergeefs.
De hulpverleners hebben hulp nodig.
Hebben jullie hulp nodig?
Ik heb echt jouw hulp nodig.
Ik heb echt jouw hulp nodig.
Ik had hulp.
Ik heb jouw hulp niet nodig.
- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.
- Ik reken op jullie hulp.
Reken maar niet op zijn hulp.
- We hebben je hulp niet nodig.
- We hebben uw hulp niet nodig.
- We hebben jullie hulp niet nodig.
Ze kwam me te hulp.
Reken maar niet op zijn hulp.
Reken maar niet op zijn hulp.
Ik ben je dankbaar voor je hulp.
Ik heb echt jouw hulp nodig.
ze schreeuwt om hulp.
Heb je onze hulp nodig?
Ik dank u voor uw hulp.
Hij heeft aangeboden me te helpen.
We hebben hulp nodig hier.
Ik zal je hulp nodig hebben.
Bedankt voor uw hulp.
Erg bedankt voor uw hulp.
Help!
Bedankt voor je hulp.
Bedankt voor je hulp.
Ik denk dat ik hulp nodig heb.
Een kind had om hulp geroepen.
Ik heb meer hulp nodig.
Ken riep om hulp.
Help! Red me!
Ik heb zijn hulp nodig.
De hulp kwam te laat.
Wij hebben hun hulp nodig.