Translation of "обнялись" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "обнялись" in a sentence and their dutch translations:

Они обнялись.

- Ze omhelsden.
- Zij omhelsden.
- Ze omarmden.
- Zij omarmden.

Мы обнялись.

We hebben geknuffeld.

- Том и Мэри обнялись.
- Том с Мэри обнялись.

Tom en Mary omhelsden elkaar.

- Мы поцеловались.
- Мы обнялись.

- We hebben elkaar gekust.
- We kusten elkaar.

Том и Мэри обнялись.

Tom en Mary omhelsden elkaar.

Мы с Томом обнялись.

Tom en ik hebben geknuffeld.