Examples of using "носа" in a sentence and their dutch translations:
bij het uiteinde van je neus.
Maria heeft haar neus laten piercen.
Mijn neus bloedt.
- Uw neus bloedt.
- Je neus bloedt.
Uw neus bloedt.
Je neus bloedt.
Uw neus bloedt.
Tom kan met zijn tong zijn neus aanraken.
Mijn neus bloedt.
Ik heb vandaag nog geen voet buiten de deur gezet.
Toms neus bloedde.
Maria's neus bloedde.
- Je had een bloedneus.
- U had een bloedneus.
Hij ziet niet verder dan zijn neus lang is.
Zijn neus bloedt.
Een sneeuwvlok landde op het puntje van Toms neus.
Ik heb keelpijn en een loopneus.
- Mijn neus loopt.
- Ik heb een snotneus.
- Ik heb een loopneus.
Zijn neus bloedde.
Ik heb keelpijn en een loopneus.