Examples of using "летала" in a sentence and their dutch translations:
De vlinder vloog.
- Ze stal.
- Ze vloog.
- Ze was aan het vliegen.
- Ze was aan het stelen.
- Maria stal.
- Maria vloog.
- Maria was aan het vliegen.
- Maria was aan het stelen.
Mensen die vinden dat men zich niet moet opwinden over kleinigheden hebben nog nooit een vlieg in hun slaapkamer gehad.