Examples of using "лежат" in a sentence and their dutch translations:
De sleutels liggen op tafel.
Ze liggen op tafel.
Op de vensterbank liggen een potlood en een pen.
- Op de tafel liggen enkele boeken.
- Er liggen enkele boeken op tafel.
Deze doos bevat appels.
Een potlood en pen liggen op de vensterbank.
De sleutels liggen op tafel.
Het geld ligt op de tafel.
Vogeleieren. Ze liggen in dit brem.
Waar bewaar je je leerboeken?
In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.