Examples of using "покупал" in a sentence and their dutch translations:
Jij kocht brood.
Tom kocht bloemen.
Ik kocht bloemen.
Hij kocht bloemen.
Ik heb ze niet gekocht.
Ik heb dat boek niet gekocht.
Ik heb dat boek niet gekocht.
Ik kocht veel boeken.
Waar heb je bloemen gekocht?
Waar hebt ge die schoenen gekocht?