Examples of using "из" in a sentence and their dutch translations:
- Kom uit de auto.
- Stap de auto uit.
- Ga uit het water.
- Kom uit het water.
- Kom je uit Australië?
- Komt u uit Australië?
- Komen jullie uit Australië?
- Ik kom uit Georgië.
- Ik kom uit Georgia.
Kom uit de vrachtwagen.
Ik kom uit Brazilië.
- Hij komt uit Georgia.
- Hij komt uit Georgië.
Hij komt uit Genève.
Bent u van Urumqi?
Welke van de twee is het zwaarst?
- Je komt uit Boston, nietwaar?
- U komt uit Boston, nietwaar?
- Jullie komen uit Boston, nietwaar?
Verdwijn uit mijn leven!
Uit welk land kom je?
- Bel je vanuit Australië?
- Belt u vanuit Australië?
- Bellen jullie vanuit Australië?
Maak je zakken leeg.
Waar is het van gemaakt?
Hij komt uit Engeland.
Ik kom uit Frankrijk.
Ik kom uit Tokio.
Hij komt uit de Verenigde Staten.
Ik kom uit Estland.
Tom komt uit Boston.
Sommige van m'n voorouders kwamen uit Polen.
Marina komt uit Rusland en Clarissa komt uit Zweden.
Meel wordt van tarwe gemaakt.
Uit welk land kom je?
Brood wordt gemaakt van tarwe.
Kaas wordt gemaakt van melk.
Het kwam uit het niets.
Ik denk dat zij uit Oostenrijk komt.
Kom je uit een muzikaal gezin?
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
Maak je zakken leeg.
Bourbon wordt gemaakt van maïs.
Boter wordt gemaakt van melk.
- De brug is van hout.
- De brug is van hout gemaakt.
Het bureau is gemaakt uit hout.
Laat de dieren uit de kooi vrij.
Brood wordt van meel gemaakt.
Ik ben een student uit Italië.
Verdwijn uit mijn leven!
Tom was van school gestuurd.
Ga uit mijn keuken.
Hij is er een van.
Laat de dieren uit de kooi vrij.
Verlaat de kamer.
Scheur een pagina uit je schrift.
- Eén van hen is een spion.
- Eén van hen is een spionne.
Ik kom net uit de bioscoop.
Hij kwam uit Boston.
De ketel stoomt.
Brood wordt gemaakt van tarwe.
Waar is asfalt van gemaakt?
Hij komt uit een kleine stad.
Drie van deze zijn van mij.
Je bent van de lijst afgestreept.
Blijf in de schaduw.
Stuk voor stuk.
Iedereen.
Luchtbelsignalen.
Ik kom uit Canada.
Ik kom uit Kyoto.
- De buitenlander komt uit Schotland.
- De vreemdeling komt uit Schotland.
- De groeten uit Frankrijk!
- Groetjes uit Frankrijk!
- Groeten uit Frankrijk!
Ik kom uit Australië.
Ik kom uit Japan.
Ik kom uit Engeland.
Ze komt uit Frankrijk.
Hij komt uit Wales.
Hij komt uit Genève.
Hij komt uit Genua.
Ik kom uit China.
Ik kom uit de stad.
Ik kom uit Brazilië.
Laurie komt uit Australië.
Ik kom uit Griekenland.
Ik kom uit Kroatië.
Ik kom uit Roemenië.
Ik kom uit Bulgarije.
Pfirsichbaeumchen komt uit Duitsland.
Ik kom uit de toekomst.
- Ik kom uit de Verenigde Staten.
- Ik ben uit de Verenigde Staten.
- Ik kom uit Spanje.
- Ik ben van Spanje.
Ik kom uit Portugal.
Hij komt uit Georgië.
Ik kom uit Brazilië.