Examples of using "выстрелил" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb geschoten.
Tom heeft geschoten.
Tom heeft Maria neergeschoten.
- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.
Tom trok zijn wapen en schoot.
De jager schoot een beer neer.
Tom heeft Maria met een harpoengeweer geschoten.
Tom heeft zich in zijn voet geschoten terwijl hij zijn vuurwapen schoonmaakte.
Ik heb een beer neergeschoten.