Examples of using "встаёт" in a sentence and their dutch translations:
De zon komt op.
Ze staat op.
Mijn grootvader staat vroeg op.
- De zon gaat al op.
- De zon komt al op.
Ze staat vroeg op.
De zon gaat al op.
Zij staat altijd vroeg op.
Hij staat om zeven uur op.
Mijn grootvader staat vroeg op.
Hij staat niet vroeg op.
Tom staat 's ochtends vroeg op.
Tom staat niet vroeg op.
Normaal gesproken is ze vroeg wakker.
De zon komt op.
Mama staat vroeg op.
- De morgenstond heeft goud in de mond.
- Morgenstond heeft goud in de mond.
Hij staat om zeven uur op.
Wie het eerst komt, het eerst maalt.
- De morgenstond heeft goud in de mond.
- Morgenstond heeft goud in de mond.
Mijn moeder staat nooit vroeg op.
Tom staat iedere morgen om zes uur op.
- Op zondagmorgen staat ze laat op.
- Zondags 's morgens staat ze laat op.
Hij staat vroeg op.
Tom staat iedere morgen om zes uur op.
Hij staat om zeven uur op.
Een vuile adem besmet 't reine glas.
Moeder staat vroeger op dan alle anderen van de familie.
- Jane is een vroege vogel.
- Jane is matineus.
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.