Examples of using "Темно" in a sentence and their dutch translations:
Het is donker.
Het is donker buiten.
Het is heel donker.
Het is al donker.
Het is donker binnen.
Het is nu donker.
- Het is behoorlijk donker.
- Het is vrij donker.
Het is nog donker.
Het is bijna donker.
Het is al donker!
Nu is 't zo donker...
Het was zo donker.
Het werd donker.
Het wordt donker.
- Het was erg donker.
- Het was heel donker.
Het is bijna donker.
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
- Het is helemaal donker buiten.
- Het is buiten pikzwart.
- Het is helemaal donker buiten.
Het was donker, nietwaar?
Het was donker onder de brug.
Het is al donker.
Ik hou meer van donkerrood.
De kamer was donker.
Het is donker in deze kamer.
De straat was donker.
Voor ons is het te donker.
Het is te donker om goed te kunnen zien.
De kamer is donker.
Het was pikdonker buiten.
Maar aan de grond is het zo donker...
- Ik stond op toen het nog donker was.
- Ik ben opgestaan toen het nog donker was.
Het was donker en koud in de kamer.
Het was bijna donker toen ik aankwam.
Het is te donker om te tennissen.
Het was bijna donker toen ik daar aankwam.
Het was behoorlijk donker toen ik thuiskwam.
Het was donker.
Het is helemaal donker.
De kamer was zo donker dat we helemaal niets konden zien.
De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
Kasjtanka rende heen en weer en vond haar baasje niet, en ondertussen werd het donker.