Examples of using "Доказать" in a sentence and their dutch translations:
Kunt u dat bewijzen?
- Kunt u dat bewijzen?
- Kan je het bewijzen?
Kunt u dat bewijzen?
Ik kan het bewijzen.
Dat kan je niet bewijzen.
Ik kan het niet bewijzen.
Je kunt het niet bewijzen.
Kunt u dat bewijzen?
Kan je het bewijzen?
Wat moest worden bewezen.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Hoe kunnen we het bewijzen?
- Dat kunt ge niet bewijzen.
- Dat kan je niet bewijzen.
Ik kan het niet bewijzen.
Je kunt niets bewijzen.
Jullie kunnen niets bewijzen.
- Eerst moet je laten zien wat je kunt.
- Je moet jezelf eerst bewijzen.
Hij denkt dat hij het kan bewijzen.
met de wanhopige vraag om zijn zaak te herbekijken.
In zeer zeldzame gevallen kan iets bewezen of met zekerheid voorspeld worden,