Examples of using "Frutas" in a sentence and their dutch translations:
Hij verkoopt fruit.
Eet fruit!
Hij verkoopt fruit.
Zij verkoopt fruit.
Wij hebben enkel rijp fruit verzameld.
Hij eet niets anders dan fruit.
Zij eet fruit.
Tom verkoopt fruit.
Ik koop fruit en chocolade.
Hij eet niets anders dan fruit.
Ik eet fruit en drink water.
- Wil je fruitsap?
- Wil je een vruchtensap?
Tom heeft wat groenten en fruit gekocht.
Voor het avondmaal heb ik alleen maar fruit.
Hij eet niets anders dan fruit.
Het fruit wordt in de zon gedroogd.
Mijn vader eet weinig fruit.
Ik eet vruchten omdat ik honger heb.
- Neem wat fruit, als je wilt.
- Neem maar wat fruit.
Hij eet niets anders dan fruit.
Voor het avondmaal heb ik alleen maar fruit.
Ik hou van fruit zoals druiven en perziken.
Ik hou van fruit.
Het meisje heeft minder fruit dan de man.
De apen voeden zich met insecten, fruit et wortelen.
- Wilt ge fruitsap?
- Wil je fruitsap?
- Wil je een vruchtensap?
Mijn vader eet niet veel fruit.
Waarom eet je geen groenten?
Experten in de oncologie raden al geruime tijd aan geregeld fruit, bladgroenten, granen en peulvruchten te eten om niet ziek te worden.