Translation of "Słuchałem" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Słuchałem" in a sentence and their dutch translations:

Słuchałem.

Ik luisterde.

Nie słuchałem radia.

Ik was niet naar de radio aan het luisteren.

Wczoraj słuchałem pięknej piosenki.

- Gisteren luisterde ik naar een zeer mooi lied.
- Gisteren luisterde ik naar een heel mooi lied.

- Słuchałam francuskiej muzyki.
- Słuchałem francuskiej muzyki.

Ik luisterde naar Franse muziek.