Examples of using "Słońce" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van de zon.
De zon gaat onder.
De zon gaat onder.
- Ik hou van de zon.
- Ik ben dol op de zon.
- Ik ben gek op de zon.
- Ik hou van de zon.
- Ik ben gek op de zon.
De zon schijnt.
De zon komt op.
...ontwaken er 's nachts...
- De hitte van de zon verhardt klei.
- De warmte van de zon maakt de klei hard.
De zon smolt de sneeuw.
De planeten omcirkelen de zon.
De zon is rood.
- De zon gaat al op.
- De zon komt al op.
Waar is de zon?
- De zon gaat weldra onder.
- De zon gaat zo onder.
De zon is nog niet op.
Welke is groter, de zon of de aarde?
En we wachten tot de zon ondergaat.
De zon is niet meer opgekomen sinds oktober.
Zie je de schaduw van de zon hier?
De aarde is kleiner dan de zon.
Aan de hemel staat de mooie zon.
Het is altijd zonnig in Italië.
Het zand is geel, en de zon is ook geel. Het zand en de zon zijn geel.
Als ik die kon zien, kon ik zien welke kant ze op bewoog.
Als de zon ondergaat wordt het koeler op het oppervlak.
Weldra zal de zon maandenlang niet opkomen.
Naarmate de zon verder het noordelijk halfrond op gaat...
Eindelijk glijdt de zon voorbij de horizon...
We laten de zon zijn werk doen.
De hemel is bewolkt, af en toe komt de zon tevoorschijn.
De zon, de maan en de sterren behoren alle tot het universum.
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.
We zijn gekomen met regen maar vertrekken in de zon.
Overal ter wereld zorgt de ondergaande zon voor verandering in de jungle.
Hij vroeg zich af hoe vaak de zon nog op zou gaan, voordat hij een loonsverhoging zou krijgen.
De aarde is kleiner dan de zon.
Twee keer per maand staan de zon, de maan en de aarde op één lijn.
Hij klimt eruit zodat hij zuurstof uit de lucht kan opnemen. Eindelijk keert de zon terug.
Als de zon ondergaat... ...stijgen de vissen waarmee de robben zich voeden naar het oppervlak.
Overdag zien we de felle zon, en 's nachts zien we de bleke maan en de mooie sterren.