Translation of "됐어요" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "됐어요" in a sentence and their dutch translations:

됐어요, 잡았어요

Zo, we hebben hem.

고정하고 됐어요, 점검 끝!

Vastgespen. Oké, check.

기어갈 준비 됐어요? 갑시다!

Kruip je met me mee? We gaan.

그리고 우리는 갑자기 자크를 갖게 됐어요

En ineens hadden we een Zach,

‎사람들과 예전과 다른 ‎관계를 맺게 됐어요

Mijn relatie met mensen veranderde.

저의 개인적인 역사를 더 밀접하게 알게 됐어요.

mijn persoonlijke geschiedenis rond dit woord.

‎단 몇 초 만에 ‎상황 파악이 됐어요

Het duurt even voor ik weet wat hier gaande is.

‎이제 계란고둥과 성게의 관계를 ‎알게 됐어요 ‎문어와 계란고둥의 관계도요

En nu weet ik hoe de helmslak verbonden is met de egel... ...en de octopus met de slak.

‎그런 제가 달라진 거죠 ‎문어 덕분에 다른 존재에게 ‎관심을 기울이게 됐어요

Ik was aan het veranderen. Ze leerde me ontvankelijk te worden voor de ander.