Examples of using "Tolse" in a sentence and their dutch translations:
Tom trok zijn schoenen uit.
Tom trok zijn kleren uit en deed de pyjama aan.
Zij deed haar sokken uit.
Hij deed zijn sokken uit.
- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.
Tom deed zijn sokken uit.
Tom deed zijn hoed af.
Hij nam de ring van zijn vinger.
Tom zette zijn leesbril af.
Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.
Tom verwijderde het verband van Maria's been.