Examples of using "Spaghetti" in a sentence and their dutch translations:
- Ze eet spaghetti.
- Ze is spaghetti aan het eten.
- Hij maakte spaghetti.
- Hij heeft spaghetti gemaakt.
- Ze maakte spaghetti.
- Ze heeft spaghetti gemaakt.
- We maakten spaghetti.
- We hebben spaghetti gemaakt.
- Ze maakten spaghetti.
- Ze hebben spaghetti gemaakt.
- Ik heb spaghetti gemaakt.
- Ik maakte spaghetti.
- Ik eet spaghetti.
- Ik ben spaghetti aan het eten.
Wist je dat spaghetti groeit aan spaghettibomen?
Dit is spaghetti.
- Ik ben dol op spaghetti!
- Ik hou van spaghetti!
Ik wil spaghetti eten.
Is dat echt spaghetti?
- Je hebt spaghetti gemaakt, nietwaar?
- Jullie hebben spaghetti gemaakt, nietwaar?
- Tom eet spaghetti.
- Tom is spaghetti aan het eten.
- Tom maakte spaghetti.
- Tom heeft spaghetti gemaakt.
- Maria maakte spaghetti.
- Maria heeft spaghetti gemaakt.
Ik hou van spaghetti.
Tom kookte spaghetti.
Tom wilde spaghetti eten.
Tom kookte spaghetti voor het avondeten.
Tom weet hoe je spaghetti moet koken.
Dit is heerlijke spaghetti, nietwaar?
Tom wil spaghetti eten.
Ik wil vanavond niet nog een keer spaghetti.
- Tom maakte spaghetti voor het avondeten.
- Tom heeft spaghetti voor het avondeten gemaakt.
Tom at twee borden spaghetti.
Tom kookte spaghetti voor ons.
Ik ben aardig goed in het koken van spaghetti.
- Tom eet spaghetti.
- Tom is spaghetti aan het eten.
Tom houdt van spaghetti.
Tom heeft spaghetti gemaakt.
Niemand kan "spaghetti" spellen.
Tom maakt de beste spaghetti ter wereld.
Tom besloot spaghetti te maken voor het avondeten.
Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.
Tom liet me zien hoe je spaghetti maakt.
Spaghetti groeit niet aan bomen.
Tom houdt niet van spaghetti.
Ik eet graag spaghetti met gehaktballen.
Spaghetti is een van mijn specialiteiten.
- Ik wist dat Tom spaghetti maakte.
- Ik wist dat Tom spaghetti aan het maken was.
- Ik weet dat Tom spaghetti maakt.
- Ik weet dat Tom spaghetti aan het maken is.
Tom wil dat Maria spaghetti maakt voor het avondeten.
Je hebt wat spaghettisaus op je gezicht.
Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.
Toms lievelingseten is spaghetti.
De spaghetti die Tom had gemaakt was heerlijk.
Italianen eten spaghetti niet met een lepel.