Examples of using "Pisolino" in a sentence and their dutch translations:
- Je gaat een dutje doen.
- Je gaat even liggen.
- Je zult een hazenslaap maken.
U hebt uw middagdutje niet gedaan.
- Tom deed een dutje.
- Tom nam een dutje.
U hebt uw middagdutje niet gedaan.
Ik heb geen dutje gedaan.
Ik heb een dutje nodig.
Opa doet een dutje op de canapé.
als ik midden op de dag vier uur moet slapen,