Examples of using "Várom" in a sentence and their dutch translations:
Ik wacht op zijn telefoontje.
Ik wacht op mijn vriendin.
Ik kijk ernaar uit.
Ik kijk ernaar uit.
- Ik kan niet wachten om je weer te zien.
- Ik kijk ernaar uit u weer te zien.
Ik kijk uit naar Kerstmis.
Ik sta op de bus te wachten.
Ik kijk uit naar de zomervakantie.
Ik kijk ernaar uit om je brief te krijgen.
- Ik verwacht dat hij ons zal helpen.
- Ik verwacht dat hij ons helpt.
Ik kijk uit naar een telefoon met een toilet erop. Hoe bizar.