Examples of using "Árulnak" in a sentence and their dutch translations:
Ze verkopen meubels.
Verkopen ze schriften in die winkel?
Zijn hier bureaulampen te koop?
Verkopen ze schriften in die winkel?
Is er brood te koop in deze winkel?
Is er brood te koop in deze winkel?
- Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.
- Er wordt in die winkel geen sterkedrank verkocht.