Examples of using "Tötete" in a sentence and their dutch translations:
Aron doodde Elizabeth.
Betty vermoordde haar.
Maria vermoordde Abbott.
Betty heeft hem gedood.
- Ik heb ze allemaal vermoord.
- Ik heb ze allemaal gedood.
- Ik heb ze allemaal doodgemaakt.
De boogschutter doodde het hert.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
Betty heeft hem gedood.
Elisabeth doodde Alister in koelen bloede.
Betty heeft zijn moeder vermoord.
Dima sliep met 25 mannen in één nacht en bracht ze daarna om het leven.
- Tom doodde Maria.
- Tom vermoorde Maria.
- Tom heeft Maria vermoord.