Examples of using "Staat" in a sentence and their dutch translations:
De staat, dat ben ik!
Namibië is een Afrikaanse staat.
Pakistan is een islamitisch land.
We verzamelden dingen van de staat.
De staat gaat zijn drugsbeleid hervormen.
Paraguay is een land in Zuid-Amerika.
Het Vaticaan is een onafhankelijk land.
Kosovo is nu een onafhankelijk land.
„De staat, dat ben ik!” zei de koning.
Kosovo is nu een onafhankelijke staat.
Waar we geprangd zitten tussen markt en staat,
Voertuigen die de staat verkoopt, knappen wij op.
Montenegro is sinds 2006 weer een onafhankelijke staat.
Ik veroordeel de gruwelijke wreedheden van de terroristische groep IS.
Vaticaanstad is met 0,44 vierkante kilometer 's werelds kleinste staat.
De staat New York is bijna net zo groot als Griekenland.
Dorpeling Lakchmamma was aan het werk in het veld... ...in Karnataka toen haar beste geit er ineens vandoor ging.
een Duitse staat die toebehoorde aan de Hannoveraanse koningen van Groot-Brittannië, met wie Frankrijk opnieuw in oorlog was.
Ik heb geen kinderen en ik ben niet dol op het erfrecht. Als ik het nalaat aan de staat, is er onze bureaucratie.