Examples of using "Spielten" in a sentence and their dutch translations:
We waren in het park aan het spelen.
We speelden op het strand.
Drie kinderen waren aan het spelen in het park.
Enkele meisjes waren aan het tennissen.
Ze speelden honkbal in het park.
De kinderen speelden met magneten.
De kinderen speelden in de modder.
De kinderen speelden in de ballenbak.
We speelden op het strand.
Er speelden veel kinderen in het park.
Ze zaten om de tafel te kaarten.
De kinderen bleven spelen ondanks de waarschuwing.
Tom en Maria speelden samen in de zandbak en maakten zandkastelen.
Er waren wat kinderen aan het frisbeeën bij de vijver.
Mortier en het Achtste Korps speelden een ondersteunende rol bij de Jena-campagne van 1806.
In 1800 speelden Ney en zijn divisie een belangrijke rol in de grote overwinning van generaal Moreau op
We speelden schaak, niet zo zeer om van het spel te genieten, meer om de tijd te doden.