Translation of "Schlug" in Dutch

Tom schlug Mary.

Tom sloeg Maria.

Die Uhr schlug zehn.

De klok sloeg tien.

Sie schlug ihm ins Gesicht.

Zij sloeg hem in het gezicht.

Sie schlug den Ball hart.

Ze sloeg hard op de bal.

Tom schlug Mary grün und blau.

Tom sloeg Mary bont en blauw.

Er schlug die Tür krachend zu.

Hij sloeg de deur dreunend dicht.

Tom schlug Maria mit einem Baseballschläger.

Tom sloeg Maria met een honkbalknuppel.

Der Präsident schlug einen neuen Plan vor.

- De president stelde een nieuw plan voor.
- De directeur stelde een nieuw plan voor.

Der Blitz schlug in den Turm ein.

De bliksem sloeg in op de toren.

Ich schlug vor, das Treffen zu verschieben.

Ik stelde voor om de vergadering uit te stellen.

Ich schlug vor, einen Spaziergang zu machen.

Ik stelde voor te gaan wandelen.

Tom schlug die Tür des Schließfachs zu.

Tom sloeg het kluisdeurtje dicht.

Ich sah, wie er das Tier schlug.

Ik heb hem het beest zien slaan.

Der Regen schlug heftig gegen die Fensterscheibe.

Het regent hard tegen het raam.

Er schlug mir mit seiner Faust ins Gesicht.

Hij sloeg met zijn vuist in mijn gezicht.

Er schlug mit der Faust auf den Tisch.

Hij sloeg met zijn vuist op de tafel.

Zur Antwort schlug er mir auf den Kopf.

Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.

Einer von ihnen schlug mir auf den Rücken.

Eén van hen sloeg me op de rug.

- Sie ohrfeigte ihn.
- Sie schlug ihm ins Gesicht.

Zij sloeg hem in het gezicht.

Sie schlug mit einem Hammer auf ihn ein.

Ze sloeg hem met een hamer.

Sie schlug mit der Faust auf den Tisch.

Ze sloeg met de vuist op tafel.

Er schlug mir vor, sein Buch zu lesen.

Hij stelde me voor zijn boek te lezen.

Tom schlug das Buch auf der letzten Seite auf.

Tom sloeg het boek op de laatste bladzijde open.

- Sie knallte die Tür zu.
- Sie schlug die Tür zu.

Ze sloeg de deur dicht.

Der Preisboxer schlug seinen Herausforderer mit einem Schlag zu Boden.

De bokskampioen sloeg zijn uitdager met een klap tegen de grond.

- Ich habe Tom geschlagen.
- Ich schlage Tom.
- Ich schlug Tom.

Ik heb Tom geslagen.

- Unser Projekt ist ins Wasser gefallen.
- Unser Projekt schlug fehl.

Ons project is in het water gevallen.

- Tom ignorierte Marias Warnung.
- Tom schlug Marias Warnung in den Wind.

Tom negeerde Maria's waarschuwing.

Maria lief weinend davon und schlug ihre Zimmertür hinter sich zu.

- Mary rende huilend weg en sloeg de deur van haar slaapkamer dicht.
- Mary rende huilend weg en sloeg de deur van haar slaapkamer toe.

- Sie ohrfeigte ihn.
- Sie schlug ihm ins Gesicht.
- Sie knallte ihm eine.

- Zij sloeg hem in het gezicht.
- Ze gaf hem een oorvijg.

schlug das Meer die Türen ein und füllte den unteren Teil des Hauses.

...beukte de zee de deuren in en vulde het de vloer van het huis.

- Tom hat Mary grün und blau geschlagen.
- Tom schlug Mary grün und blau.

Tom sloeg Mary bont en blauw.

- Die Armee unterdrückte den Aufstand.
- Die Armee schlug den Aufstand nieder.
- Die Armee erstickte den Aufstand.

Het leger onderdrukte de opstand.

Harold Hardrada, man kann nur gut sagen, er starb wie ein Wikinger, machte Witze, machte Gedichte, schlug

Harold Hardrada, je kunt alleen maar goed zeggen, hij stierf als een Viking, maakte grappen, maakte gedichten, haalde

- Zur Antwort schlug er mir auf den Kopf.
- Er antwortete mir mit einem Schlag auf den Kopf.

Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.

Ein erster Versuch, diese Mitteilung an Sie zu schicken, schlug leider fehl. Ich versuche es ein zweites Mal.

Een eerste poging om deze mededeling naar u te sturen, is helaas mislukt. Ik probeer het een tweede keer.

Später, als sie fort waren, war keine Menschenseele mehr am Kai zu sehen, die Stadt mir ihren Zypressen schien gänzlich ausgestorben, nur die See toste noch und schlug gegen die Küste.

Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.