Translation of "Klingelte" in Dutch

Der Wecker klingelte.

De wekker ging af.

Das Telefon klingelte erneut.

- De telefoon ging weer.
- De telefoon ging opnieuw.
- De telefoon rinkelde opnieuw.

- Es klingelte.
- Es schellte.

- Het rinkelde.
- Het heeft gerinkeld.

Ich klingelte an der Tür.

Ik belde aan.

Das Telefon klingelte ziemlich lange.

De telefoon ging behoorlijk lang over.

Es klingelte an der Tür.

De deurbel ging.

Das Telefon klingelte, während ich duschte.

De telefoon ging over terwijl ik onder de douche stond.

Während ich badete, klingelte das Telefon.

Terwijl ik in bad zat, belde de telefoon.

Ich badete gerade, als das Telefon klingelte.

Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

- Der Wecker klingelte.
- Der Wecker hat geklingelt.

De wekker ging af.

Als ich bereit war einzuschlafen, klingelte es.

Net op het moment dat ik naar bed zou gaan, ging de bel.

Als ich zu Mittag aß, klingelte das Telefon.

Toen ik aan mijn middagmaal bezig was, ging de telefoon.

Ich sah gerade fern, als das Telefon klingelte.

Ik keek naar de televisie toen de telefoon belde.

Das Telefon klingelte, doch es nahm niemand ab.

De telefoon ging, maar niemand nam op.

Kaum dass ich aufgelegt hatte, klingelte das Telefon schon wieder.

Ik had nog niet opgehangen of de telefoon ging alweer over.

Dein Telefon klingelte mehrere Male, während du unter der Dusche standest.

Je telefoon rinkelde verschillende keren terwijl je onder de douche stond.