Examples of using "Fern" in a sentence and their dutch translations:
- Kijk je tv?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?
Kijken jullie tv?
Hij kijkt tv.
Maria kijkt graag tv.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!
- Kijk geen TV.
Zij keken tv.
- Kijk je tv?
- Kijken jullie tv?
Hij kijkt tv.
We zijn tv aan het kijken.
Ik kijk tv.
Kijkt u tv?
- Tom kijkt tv.
- Tom kijkt televisie.
- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.
Nu en dan kijk ik tv.
Soms kijkt hij naar de tv.
Nu en dan kijk ik tv.
Mijn broer kijkt tv.
- Ik keek toen tv.
- Dan keek ik televisie.
- Ik kijk geen tv.
- Ik kijk niet naar de televisie.
Tom was tv aan het kijken.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
Maria kijkt graag tv.
- Hij kijkt nu televisie.
- Zij is nu televisie aan het kijken.
Kijk je nu tv?
Hij kijkt nooit televisie.
- Zijn broer kijkt altijd tv.
- Zijn broer is altijd tv aan het kijken.
De meeste mensen kijken graag televisie.
Kijkt hij iedere dag tv?
Mijn jongere broertje is televisie aan het kijken.
Ik kijk iedere dag televisie.
Wij kijken alle dagen tv.
Je bent ver van huis.
Tom kijkt altijd tv.
- Hoe vaak kijk je tv?
- Hoe vaak kijkt u tv?
- Hoe vaak kijken jullie tv?
- Zijn broer kijkt altijd tv.
- Zijn broer is altijd tv aan het kijken.
We kijken 's avonds tv.
Laten we hier televisiekijken.
- Tom en Maria kijken tv.
- Tom en Maria zijn tv aan het kijken.
Na het middageten keken we tv.
Tom kijkt tv.
- Houd u ver van slechte vrienden.
- Blijf uit de buurt van slechte vrienden.
De meeste mensen kijken graag televisie.
Zijn broer is altijd tv aan het kijken.
Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.
Tom is tv aan het kijken op zijn kamer.
Ik kijk tv.
- Vergeet dat!
- Vergeet het!
- Vergeet 't maar!
- Mijn moeder kijkt niet graag tv.
- Mijn moeder houdt niet van televisiekijken.
Nu en dan kijk ik tv.
- Mijn moeder kijkt 's avonds zelden naar de televisie.
- Mijn moeder kijkt 's avonds zelden tv.
Ik kijk vaak tv voor het avondeten.
Ik kijk tv.
Tom heeft de hele dag tv zitten kijken.
Ik hou van tv-kijken.
- Tom kijkt tv.
- Tom kijkt televisie.
Tom kijkt geen tv.