Examples of using "Tua" in a sentence and their dutch translations:
Aron doodde Elizabeth.
Maria vermoordde Abbott.
De boogschutter doodde het hert.
Ze vermoordde hem met een mes.
- Hij heeft hem vermoord.
- Hij vermoordde hem.
- Hij heeft hem gedood.
- Hij doodde hem.
Abbott heeft Mary gedood.
Maria vermoordde Abbott.
- Tom doodde Maria.
- Tom vermoorde Maria.
- Tom heeft Maria vermoord.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
De boogschutter doodde het hert.
- Ze doodde hem met een mes.
- Ze vermoordde hem met een mes.
- Dima sliep met 25 mannen in één nacht en bracht ze daarna om het leven.
- Dima ging in één nacht met 25 mannen naar bed, en doodde hen achteraf.
Dima sliep met 25 mannen in één nacht en bracht ze daarna om het leven.
Nieuwsgierigheid werd de kat fataal.