Examples of using "Fallut" in a sentence and their dutch translations:
Ik moest een keuze maken.
Ik had hulp nodig.
We moesten stoppen.
- Ik had geld nodig.
- Hij had geld nodig.
- Zij had geld nodig.
Ik had hulp nodig.
Ik moest een keuze maken.
Ze was bijna verdronken.