Examples of using "Acheter" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil kopen.
Hij wilde het boek kopen.
Ik ga even wat water kopen.
- Ik wou het boek kopen.
- Hij wilde het boek kopen.
Ik zou deze pop graag kopen.
Ik zou graag een Picasso kopen.
Ik wil aspirine kopen.
Hij wilde het boek kopen.
Laat me een nieuwe voor je kopen.
Waarom wil je dit boek kopen?
Ik wil een nieuwe auto kopen.
Ik moet er een kopen.
We willen graag een bank kopen.
Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.
Hij wou een boek kopen.
Kan ik een hond voor mezelf kopen?
Hij wou een boek kopen.
Ik ga even wat water kopen.
Ik ga nu wat water kopen.
Ik kan er twee kopen.
Ik ga even brood kopen.
Heb je iets dat je wilt kopen?
Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.
- Wat voor een hoed wilt u kopen?
- Wat voor een hoed wil je kopen?
- Geld maakt niet gelukkig.
- Geld koopt geen geluk.
- Geld kan geen geluk kopen.
Ik wil een nieuw fototoestel kopen.
- Ze vertrok om wat eten te gaan kopen.
- Ze ging uit om iets te eten te kopen.
Waar kan ik tandpasta kopen?
Mijnheer Ikeda wil een nieuwe auto kopen.
Waar kan ik tandpasta kopen?
Ik wil een nieuwe auto kopen.
We moeten deze uit het buitenland aankopen.
Hij had een paar potloden moeten kopen.
Waar kan ik postzegels kopen?
Ik wil een nieuwe fiets kopen.
Waarom wil je dit boek kopen?
Waar kan ik boeken kopen?
Ik ga een nieuwe auto kopen.
Ik zou graag een houten lepel willen kopen.
Ik moet je boek nog kopen.
Waar kan ik entreebiljetten kopen?
Ik moet nieuwe ski's kopen.
Geld kan geen geluk kopen.
Koop die in het buitenland.
Ze kopen ze waarschijnlijk in het buitenland.
Ik moet enkele postzegels gaan kopen.
Waar kan ik een kaartje kopen?
Ik hoef niets anders te kopen.
Laten we een kerstboom gaan kopen.
- Hij wilde een nieuwe vest kopen.
- Hij wilde een nieuw jasje kopen.
Kan je er ook één voor mij kopen?
Ik moet dit weekend een auto kopen.
- Wat ben je van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat bent u van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat zijn jullie van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
Kan je er ook één voor mij kopen?
Ik wil een nieuw fototoestel kopen.
Ik wil skischoenen kopen.
Waar kan ik zijde kopen?
Ik zou graag zo'n camera hebben.
Ik heb genoeg geld om een auto te kopen.
Geld koopt geen geluk.
We willen in Boston een huis kopen.
Waarom wil je dat voor Tom kopen?
Het is het ideale moment om er wat van te kopen.
Ik wil een goedkoop woordenboek kopen.