Translation of "Acheter" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Acheter" in a sentence and their dutch translations:

Je veux acheter.

Ik wil kopen.

- Il voulait acheter le livre.
- Il voulut acheter le livre.
- Il a voulu acheter le livre.

Hij wilde het boek kopen.

- Je vais acheter de l’eau.
- Je vais acheter de l'eau.

Ik ga even wat water kopen.

- Il voulait acheter le livre.
- Il voulut acheter le livre.

- Ik wou het boek kopen.
- Hij wilde het boek kopen.

J'aimerais acheter cette poupée.

Ik zou deze pop graag kopen.

J'aimerais acheter un Picasso.

Ik zou graag een Picasso kopen.

J'aimerais acheter de l'aspirine.

Ik wil aspirine kopen.

- Il voulait acheter le livre.
- Il a voulu acheter le livre.

Hij wilde het boek kopen.

- Laisse-moi t'en acheter un nouveau.
- Laissez-moi vous en acheter un nouveau.
- Laisse-moi t'en acheter une nouvelle.
- Laissez-moi vous en acheter une nouvelle.

Laat me een nieuwe voor je kopen.

- Pourquoi veux-tu acheter ce livre ?
- Pourquoi voulez-vous acheter ce livre ?

Waarom wil je dit boek kopen?

- Je veux acheter une nouvelle voiture.
- Je voudrais acheter une nouvelle voiture.

Ik wil een nieuwe auto kopen.

Je dois en acheter un.

Ik moet er een kopen.

Nous voudrions acheter un canapé.

We willen graag een bank kopen.

J'aimerais pouvoir acheter la guitare.

Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.

Il désirait acheter un livre.

Hij wou een boek kopen.

Puis-je acheter un chien ?

Kan ik een hond voor mezelf kopen?

Il voulait acheter un livre.

Hij wou een boek kopen.

Je vais acheter de l’eau.

Ik ga even wat water kopen.

Je vais acheter de l'eau.

Ik ga nu wat water kopen.

Je peux en acheter deux.

Ik kan er twee kopen.

Je vais acheter du pain.

Ik ga even brood kopen.

Tu veux acheter quelque chose ?

Heb je iets dat je wilt kopen?

J'aimerais pouvoir acheter cette guitare.

Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.

Quel chapeau veux-tu acheter ?

- Wat voor een hoed wilt u kopen?
- Wat voor een hoed wil je kopen?

- L'argent ne peut acheter le bonheur.
- L'argent ne peut pas acheter le bonheur.

- Geld maakt niet gelukkig.
- Geld koopt geen geluk.
- Geld kan geen geluk kopen.

- J'aimerais acheter un nouvel appareil photo.
- Je veux acheter un nouvel appareil photo.

Ik wil een nieuw fototoestel kopen.

- Elle est sortie acheter de la nourriture.
- Elle sortit acheter de la nourriture.

- Ze vertrok om wat eten te gaan kopen.
- Ze ging uit om iets te eten te kopen.

- Où puis-je acheter du dentifrice ?
- Où puis-je acheter du dentifrice ?
- Où est-ce que je peux acheter de la pâte dentifrice ?
- Où peut-on acheter du dentifrice ?

Waar kan ik tandpasta kopen?

- Monsieur Ikeda souhaite acheter une nouvelle automobile.
- Monsieur Ikeda veut acheter une nouvelle voiture.

Mijnheer Ikeda wil een nieuwe auto kopen.

- Où puis-je acheter du dentifrice ?
- Où puis-je acheter du dentifrice ?
- Où est-ce que je peux acheter de la pâte dentifrice ?

Waar kan ik tandpasta kopen?

Je veux acheter une nouvelle voiture.

Ik wil een nieuwe auto kopen.

Nous devons les acheter à l'étranger.

We moeten deze uit het buitenland aankopen.

Il aurait dû acheter quelques stylos.

Hij had een paar potloden moeten kopen.

Où puis-je acheter des timbres ?

Waar kan ik postzegels kopen?

Je veux acheter un nouveau vélo.

Ik wil een nieuwe fiets kopen.

Pourquoi veux-tu acheter ce livre ?

Waarom wil je dit boek kopen?

Où puis-je acheter des livres ?

Waar kan ik boeken kopen?

Je vais acheter une nouvelle voiture.

Ik ga een nieuwe auto kopen.

J'aimerais acheter une cuillère en bois.

Ik zou graag een houten lepel willen kopen.

Je dois encore acheter ton livre.

Ik moet je boek nog kopen.

Où puis-je acheter des tickets ?

Waar kan ik entreebiljetten kopen?

Je dois acheter de nouveaux skis.

Ik moet nieuwe ski's kopen.

L'argent ne peut acheter le bonheur.

Geld kan geen geluk kopen.

Vous devez les acheter à l'étranger.

Koop die in het buitenland.

Ils doivent les acheter à l'étranger.

Ze kopen ze waarschijnlijk in het buitenland.

J'ai besoin d'aller acheter quelques timbres.

Ik moet enkele postzegels gaan kopen.

Où puis-je acheter un billet ?

Waar kan ik een kaartje kopen?

Je ne dois acheter rien d'autre.

Ik hoef niets anders te kopen.

Allons acheter un sapin de Noël.

Laten we een kerstboom gaan kopen.

Il voulait acheter un nouveau veston.

- Hij wilde een nieuwe vest kopen.
- Hij wilde een nieuw jasje kopen.

- Peux-tu en acheter un pour moi aussi ?
- Peux-tu en acheter une pour moi aussi ?

Kan je er ook één voor mij kopen?

- Je dois acheter une bagnole ce week-end.
- Je dois acheter une voiture ce week-end.

Ik moet dit weekend een auto kopen.

- Que comptez-vous acheter à Tom pour Noël ?
- Que comptes-tu acheter à Tom pour Noël ?

- Wat ben je van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat bent u van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat zijn jullie van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?

- Peux-tu en acheter un pour moi aussi ?
- Peux-tu en acheter un pour moi aussi ?

Kan je er ook één voor mij kopen?

Je veux acheter un nouvel appareil photo.

Ik wil een nieuw fototoestel kopen.

Je veux acheter des chaussures de ski.

Ik wil skischoenen kopen.

Où puis-je acheter de la soie ?

Waar kan ik zijde kopen?

J'aimerais acheter une caméra comme celle-ci.

Ik zou graag zo'n camera hebben.

J'ai assez d'argent pour acheter une voiture.

Ik heb genoeg geld om een auto te kopen.

L'argent ne peut pas acheter le bonheur.

Geld koopt geen geluk.

Nous voulons acheter une maison à Boston.

We willen in Boston een huis kopen.

Pourquoi veux-tu acheter ça pour Tom ?

Waarom wil je dat voor Tom kopen?

C'est le moment idéal pour en acheter.

Het is het ideale moment om er wat van te kopen.

Je souhaite acheter un dictionnaire bon marché.

Ik wil een goedkoop woordenboek kopen.