Examples of using "Osti" in a sentence and their dutch translations:
Tom kocht een drone.
Hij kocht haar een hond.
Gisteren heeft mijn oom een hond gekocht.
Tom heeft een webcam gekocht.
- Hij heeft een auto gekocht.
- Hij kocht een auto.
Tom heeft een hybride auto gekocht.
- Ze kocht een kip.
- Ze heeft een kip gekocht.
- Tom kocht een cadeautje voor zijn zoon.
- Tom kocht een cadeau voor zijn zoon.
Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.
Hij kocht een nieuw paar handschoenen.
Hij kocht een nieuw paar handschoenen.
Tom kocht een cadeautje voor Mary.
Hij kocht een Wii U.
- Tom kocht een cadeautje voor zijn dochter.
- Tom kocht een cadeau voor zijn dochter.
Tom kocht een auto met zijn spaargeld.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
- Tom kocht van Maria een camera.
- Tom kocht van Maria een fototoestel.
Ze kocht twee paar sokken.
Tom kocht een Japans-Chinees woordenboek.
Mijn moeder kocht twee flessen sinaasappelsap.
Tom kocht drie flessen rode wijn.
- Tom kocht Mary een mooi cadeau.
- Tom kocht Mary een mooi cadeautje.
Onze buurman kocht zich een schattig paard.
Karen kocht veel dingen op de rommelmarkt.
Mary kocht een rok en een blouse.
Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.
De jongen koopt een hond.
Het lijkt erop dat Tony een dure auto heeft gekocht.
De vorige zondag heeft mijn moeder een leuke jurk voor mij gekocht.